La ville a toujours plus de traits d’une « grande prison à ciel ouvert ». Mais une prison qui n’est pas tellement définie par des grilles, des barrières et des murs. Le pouvoir déploie bien d’autres moyens pour nous
empêcher de sortir de ce qui est. La circulation, par exemple, qui monopolise la quasi totalité de l’espace urbain, élimine la rue comme lieu de rencontre, de confrontation. Le mode de vie consumériste enferme chaque individu dans l’esclavage économique à perpétuité que représente l’acquisition de sa télé, de sa voiture, de son appart. En n’émettant que les seuls rêves de marchandises et de fric, les écrans omniprésents nous dissuadent de regarder au-delà des murs, et font peu à peu disparaître tout imaginaire autre que la réalité du capital. L’invasion technologique est peut-être l’aspect le plus déterminant de notre captivité. En permettant à la fois d’assurer un contrôle capillaire sur l’ensemble de la société et de faire pénétrer l’ordre jusque dans les plus fins détails de notre existence. Les mouchards sont de plus en plus nombreux qui renseignent sur nos déplacements, nos pratiques d’achats, nos velléités. Et sans doute l’interconnexion entre les différents capteurs sera la prochaine grande étape sur la voie d’une société érigée à l’image d’un camp de concentration hypertrophié. De là on devine que la ville-prison se matérialise dans une vaste quantité de structures qui la rendent possible et en assurent le fonctionnement. À l’instar de ces filaments de verre et de cuivre tirés comme des veines sous la surface du décors urbain. Autant de veines qui peuvent être coupées.
empêcher de sortir de ce qui est. La circulation, par exemple, qui monopolise la quasi totalité de l’espace urbain, élimine la rue comme lieu de rencontre, de confrontation. Le mode de vie consumériste enferme chaque individu dans l’esclavage économique à perpétuité que représente l’acquisition de sa télé, de sa voiture, de son appart. En n’émettant que les seuls rêves de marchandises et de fric, les écrans omniprésents nous dissuadent de regarder au-delà des murs, et font peu à peu disparaître tout imaginaire autre que la réalité du capital. L’invasion technologique est peut-être l’aspect le plus déterminant de notre captivité. En permettant à la fois d’assurer un contrôle capillaire sur l’ensemble de la société et de faire pénétrer l’ordre jusque dans les plus fins détails de notre existence. Les mouchards sont de plus en plus nombreux qui renseignent sur nos déplacements, nos pratiques d’achats, nos velléités. Et sans doute l’interconnexion entre les différents capteurs sera la prochaine grande étape sur la voie d’une société érigée à l’image d’un camp de concentration hypertrophié. De là on devine que la ville-prison se matérialise dans une vaste quantité de structures qui la rendent possible et en assurent le fonctionnement. À l’instar de ces filaments de verre et de cuivre tirés comme des veines sous la surface du décors urbain. Autant de veines qui peuvent être coupées.
L’État mène depuis quelque trois ans maintenant une vaste offensive à Bruxelles contre tout ce qui reste de désordre, de débrouille, d’incognito, d’imprévisible. Les nouvelles formes d’enfermement se stabilisent dans la résignation plus ou moins généralisée. Et on peut être sûr que l’engrenage ne cessera d’avancer et d'atteindre de nouveaux pics à moins qu’on y mette les sabots d’une révolte sans concessions.
On se propose de discuter les différents aspects de la prison-ville, de quelles manières ils se concrétisent, quelles évolutions anticiper, etc. dans la perspective d’une vie affranchie de ses murs.
On se propose de discuter les différents aspects de la prison-ville, de quelles manières ils se concrétisent, quelles évolutions anticiper, etc. dans la perspective d’une vie affranchie de ses murs.
___________________________________________________________________________________
NL
Zaterdag 10 maart – 19u30 – Discussie : In de schaduw van de stad-gevangenis
De stad heeft steeds meer weg van een “grote openluchtgevangenis”. Maar een gevangenis wordt niet gedefinieerd door haar hekken, barrières of muren. De macht ontplooit andere middelen om ons te verhinderen uit te breken uit datgene wat ze is.
Het verkeer bijvoorbeeld monopoliseert quasi totaal de stadsruimte en elimineert de straat als ontmoetingsruimte, of als plaats waar confrontatie plaatsvindt. De consumentistische levenswijze sluit individuen op in economische slavernij, levenslang en komt neer op het verwerven van zijn eigen televisie, auto of appartement. Enkel dromen over spullen en geld vertonend, ontmoedigen de alomtegenwoordige schermen ons om over de muren heen te kijken. Stapje voor stapje doen ze ons onze verbeeldingskracht, verschillend van de realiteit van het kapitaal, verdwijnen. De technologische invasie is misschien het meest determinerende aspect van ons gevangenschap. Ze laat een miniscule controle op de hele samenleving toe en doet de orde tot in de kleinste details van ons bestaan binnendringen. Steeds meer verklikkers vergaren info over onze verplaatsingen, ons koopgedrag, onze bevliegingen,… En zonder twijfel zal de koppeling tussen deze verschillende sensoren de grote volgende etappe zijn op de weg naar een samenleving als hypertrofisch concentratiekamp. De stad-gevangenis concretiseert zich dus in een enorme hoeveelheid aan structuren die haar mogelijk maken en haar functioneren verzekeren, zoals glasvezel- en koperdraden die zich als aderen onder het stadsdecor bevinden. Maar aderen kunnen doorgesneden worden…
De laatste drie jaar houdt de staat een groot offensief tegen alles wat rest in Brussel aan wanorde, incognito, zelfredzaamheid en onvoorspelbaarheid. De nieuwe vormen van opsluiting stabiliseren zich in een min of meer veralgemeende gelatenheid. En we kunnen er zeker van zijn dat de versnelling niet zal stoppen en nieuwe domeinen zal raken zolang we deze niet belemmeren met een revolutie zonder toegiften.
We stellen voor om over deze verschillende aspecten van de stad-gevangenis te discussiëren, hoe ze zich concretiseren, op welke evoluties te anticiperen,… in een perspectief van een leven, vrij van deze muren.
De stad heeft steeds meer weg van een “grote openluchtgevangenis”. Maar een gevangenis wordt niet gedefinieerd door haar hekken, barrières of muren. De macht ontplooit andere middelen om ons te verhinderen uit te breken uit datgene wat ze is.
Het verkeer bijvoorbeeld monopoliseert quasi totaal de stadsruimte en elimineert de straat als ontmoetingsruimte, of als plaats waar confrontatie plaatsvindt. De consumentistische levenswijze sluit individuen op in economische slavernij, levenslang en komt neer op het verwerven van zijn eigen televisie, auto of appartement. Enkel dromen over spullen en geld vertonend, ontmoedigen de alomtegenwoordige schermen ons om over de muren heen te kijken. Stapje voor stapje doen ze ons onze verbeeldingskracht, verschillend van de realiteit van het kapitaal, verdwijnen. De technologische invasie is misschien het meest determinerende aspect van ons gevangenschap. Ze laat een miniscule controle op de hele samenleving toe en doet de orde tot in de kleinste details van ons bestaan binnendringen. Steeds meer verklikkers vergaren info over onze verplaatsingen, ons koopgedrag, onze bevliegingen,… En zonder twijfel zal de koppeling tussen deze verschillende sensoren de grote volgende etappe zijn op de weg naar een samenleving als hypertrofisch concentratiekamp. De stad-gevangenis concretiseert zich dus in een enorme hoeveelheid aan structuren die haar mogelijk maken en haar functioneren verzekeren, zoals glasvezel- en koperdraden die zich als aderen onder het stadsdecor bevinden. Maar aderen kunnen doorgesneden worden…
De laatste drie jaar houdt de staat een groot offensief tegen alles wat rest in Brussel aan wanorde, incognito, zelfredzaamheid en onvoorspelbaarheid. De nieuwe vormen van opsluiting stabiliseren zich in een min of meer veralgemeende gelatenheid. En we kunnen er zeker van zijn dat de versnelling niet zal stoppen en nieuwe domeinen zal raken zolang we deze niet belemmeren met een revolutie zonder toegiften.
We stellen voor om over deze verschillende aspecten van de stad-gevangenis te discussiëren, hoe ze zich concretiseren, op welke evoluties te anticiperen,… in een perspectief van een leven, vrij van deze muren.