Limburg: Noodopvangcentrum Helchteren houdt nu zondag 25/9 open deur dag

Je ziet via de media beelden over mensen, hele gezinnen zelfs, die oorlog, dictatuur, armoede, gebrek aan toekomst ontvluchten en een weg zoeken naar Europa. Je hoort en leest wat zij daarvoor opgeven, wat zij ervoor overhebben. Je leeft met hen mee, maar … voelt je machteloos. En plots zijn die mensen er, op amper een vijftal kilometer van bij je thuis.


Zo vonden we vorig jaar met vele anderen de weg naar de kazerne van Helchteren: om hen te onthalen en om hun te laten voelen dat wij hun de kans wilden geven om in onze samenleving een nieuw leven op te bouwen. Een van de hefbomen daarvoor was het aanleren van onze taal. Het Nederlandsdat zij o.m. via het volwassenonderwijs aangeboden krijgen, proberen wij in praatcafés te activeren en in concrete contexten te laten gebruiken. Om het gesprek in het Nederlands op gang te brengen gebruiken wij allerhande triggers: hun eigen verhaal, de situatie waarin zij terechtgekomen zijn, tv-uitzendingen, krantenartikelen, beeldmateriaal … maar ook info over het leven in België - van het weer en de gewoonten tot waarden en normen in een democratische samenleving … Kortom alles wat het gesprek kan stofferen, wat hun belangstelling wegdraagt of wat hun iets kan bijbrengen over het leven hier.

Maar meer nog dan info en gesprek zijn het de mensen die je mag ontmoeten die indruk maken: Hamayoun, Khaled, Hayder, Djenarin, Quais … en vele anderen. In de contacten blijkt telkens opnieuw hoeveel wij van elkaar te leren hebben qua menselijkheid, fijngevoeligheid, vriendschap … Er zijn mensen bij met ingenieurstitels en mensen die werkten als kapper of als taxichauffeur, er zijn huisvrouwen bij en leraressen, jongeren en ouderen. Uit de ontmoetingen en gesprekken blijkt hoe mensen van over heel de wereld gelijkaardige verlangens, dromen en verwachtingen koesteren. Je mag hun vreugde delen als ze toelating krijgen om in België te blijven. Maar toen Sayed ons enkele dagen geleden omhelsde omdat hij uitgewezen werd of toen Twanaterugkeerde naar Irak omdat zijn dochtertje ziek was, liep ons dat koud over de rug.

Vluchtelingen uit Syrië, Irak, Afghanistan … introduceren ons onbewust ook in hun cultuur, in hun manier van leven en denken: dat is niet alleen erg verrijkend, het helpt ons nadenken over onze levensstijl. Als je met auto voorbij een rij mensen rijdt die te voet van hun verblijf in het opvangcentrum naar de ingang, één kilometer verderop, stappen, dan laat je dat niet onberoerd: hebben zij als mens niet evenveel recht op comfort, veiligheid, bescherming als wij?

 Fijn is ook de samenwerking met begeleiders zoals Ines en met andere vrijwilligers zoals Els. Zij zijn dag in dag uit begaan met asielzoekers en vluchtelingen, trekken hen mee in creatieve projecten, stimuleren hen om het niet op te geven, verkennen met hen de omgeving … Zo gingen we samen op bezoek in het NAC, het nieuw administratief centrum in Houthalen, op de vroegere mijnsite in Zolder …: even zovele gelegenheden om hun iets duidelijk te maken over het verleden en het nu van de samenleving waarin zij terechtgekomen zijn.

Kortom vrijwilliger mogen zijn in zo’n centrum is een voorrecht: een blikopener op een wereld die oneindig veel groter, veel rijker en veelzijdiger is dan de onze, maar die ons ook veel sterker nog dan voordien leert appreciëren wat ons zomaar gegeven is.

Ik deed er van toen de mensen nog onderweg waren voorbereidingen zoals spandoek, verwelkoming organiseren, dan weken van noodhulp (on-voor-stel-baar, maar vol adrenaline), vooral kledij; vanaf november meer activiteiten en in februari met kledij geven gestopt (ik, anderen niet, er zijn 70 vrijwilligers, die minder of meer doen). De rest is kort beschreven, maar honderden verhalen... Van mannen en vrouwen en kinderen en families, en gebroken families en mensen die rouwen op afstand vanwege familie in bombardementen dood, van alleenreizende jongeren, van mensen die terugkeerden (naar Irak en Afghanistan door vuile Franken premie!) en vermoord, enzovoort....
Ik zeg er niets privé over op fb, omdat ik dat niet wens te doen, ‘scoren’ op hun kap, maar ook privacy...
Je mag wat je kan gebruiken van voorgaande zinnen erbij zetten, maar niet ‘teveel’.. snap je?
 
Wat ik nog het ergste vind zijn de racisten en zelfs fascisten (die dus hun ware aard laten zien als ze weten dat ik met vluchtelingen omga), maar ook ‘bangerikken’ en daarom me negeren van vrienden en familie (anderen waar ik het niet van verwachtte willen wel ‘begrijpen’).., daarom : we blijven ertegen vechten!
 
Els Colemont