Fabrice Coffrini
Chemicaliën bedreigen de ecologische integriteit en daarmee de biodiversiteit van bijna de helft van de waterlopen op het Europese continent. Dat blijkt uit een onderzoek onder leiding van wetenschappers aan het Helmholtz Centre for Environmental Research in Leipzig, gebaseerd op resultaten van metingen op ruim vierduizend locaties.
De onderzoekers merken op dat de vervuiling in 14 procent van de sites voldoende is om het leven in het water te doden. Bovendien bleek de aanwezigheid van de scheikundige producten in 42 procent van de sites volgens de wetenschappers een potentieel gevaar voor de openbare gezondheid op te leveren.
“Er worden in Europa ongeveer honderdduizend organische chemicaliën gebruikt,” merkt onderzoeksleider Egina Malaj, milieudeskundige aan het Helmholtz Centre, op. “Elk jaar worden ongeveer duizend nieuwe producten op de markt geïntroduceerd. Het is onvermijdelijk dat een aantal van deze verbindingen hun weg zullen vinden naar de waterhuishouding van het continent.”
“Er worden in Europa ongeveer honderdduizend organische chemicaliën gebruikt,” merkt onderzoeksleider Egina Malaj, milieudeskundige aan het Helmholtz Centre, op. “Elk jaar worden ongeveer duizend nieuwe producten op de markt geïntroduceerd. Het is onvermijdelijk dat een aantal van deze verbindingen hun weg zullen vinden naar de waterhuishouding van het continent.”
Het grootste risico voor de ecosystemen in de waterlopen is volgens de onderzoekers afkomstig van onder meer pesticides, polycyclische aromatische koolwaterstoffen, brandvertragers op basis van broom en vuilwerende stoffen in verven. De meest intense vervuiling wordt geregistreerd stroomafwaarts van stedelijke gebieden en agrarische installaties.
“Gevreesd moet worden dat het rapport de ernst van de situatie nog gevoelig onderschat,” waarschuwt Malaj. “Onder meer is er slechts een beperkte meting gebeurd in Scandinavië en de Baltische regio. Bovendien worden in sommige Zuid-Europese landen een aantal stoffen niet gecontroleerd."
“Gevreesd moet worden dat het rapport de ernst van de situatie nog gevoelig onderschat,” waarschuwt Malaj. “Onder meer is er slechts een beperkte meting gebeurd in Scandinavië en de Baltische regio. Bovendien worden in sommige Zuid-Europese landen een aantal stoffen niet gecontroleerd."
"Het onderzoek toont echter aan dat chemische vervuiling een belangrijk milieuprobleem vormt en ingrijpende maatregelen vereist. Daarbij moet een totaalbenadering worden gehanteerd, zodat de verschillende pijlers van de vervuiling kunnen worden aangepakt.”
De wetenschappers vragen onder meer buffers tussen landbouwgebied en waterlopen, een alternatieve behandeling van afvalwater en de ontwikkeling van milieuvriendelijke chemicaliën. (mah)





