Jean-Claude Juncker, de Luxemburgse ex-premier en kandidaat voor de christen-democratische fractie bij de Europese verkiezingen van 25 mei, bezocht maandag Portugal. Volgens de lokale krant Jornal de Negócios was dat vooral een non-event:
'Er is niet veel verschil tussen beide kandidaten (Juncker en de socialist Martin Schulz) inzake economische strategie en EU-politiek. Een van beide zal het wel halen - maar niet omdat hij rechtstreeks verkozen werd. De winnaar zal Merkels zegen krijgen en zich in een bureau met air conditioning ophouden tot de volgende financiële crisis. Juncker kwam naar Portugal om ons te vertellen dat socialisten niet te vertrouwen zijn:
Ze herinneren me aan een van uw beroemdste landgenoten:Christoffel Columbus (een Italiaan notabene...) Wanneer ze vertrekken weten ze niet waar ze naartoe gaan en wanneer ze aankomen weten ze niet waar ze zijn.’
Zulke domme uitlatingen weerspiegelen enkel de culturele verarming van een bureaucratisch Europa dat bang is voor de gevaarlijke wereld, enkel aan besparen denkt en niets durft te ondernemen dat naast het eigen vertrouwde pad ligt.’
"De dagen dat een Commissievoorzitter werd verkozen in de achterkamers van de EU zijn over," had een zelfverzekerde Juncker vorige maand nog verklaard. Schulz trad hem daarin volmondig bij.
Maar de voorzitter van de Raad van Europa, Herman Van Rompuy, liet er in een televisie-interview opnieuw twijfel over bestaan dat de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie door het Europees Parlement zou worden gekozen. Hij sloot niet uit dat geen van de spitzen kandidatenvoorzitter van de EU-Commissie wordt. De Standaard noemde dat een gevaarlijke stelling:
"De verkiezing van de voorzitter is een belangrijke zaak die de Europese verkiezingen op zijn minst wat glans bezorgt... Jarenlang hebben de mensen hun beklag gemaakt over het feit dat Europa geen verkozen vertegenwoordiger heeft en dat geen enkele kandidaat het daadwerkelijk voor Europa opneemt, omdat elke verkiezing een nationale verkiezing is. Dat democratisch deficit voedt het euroscepticisme en het verlangen naar minder Europa. Het is bijna ondenkbaar dar de Raad van Europa simpelweg de kandidaat van het Parlement zou negeren. Van Rompuy zou voor een onmogelijke opdracht staan. En Europa voor een nooit geziene politieke crisis.’
Een controversiële uitspraak dus, die vandaag nochtans al de steun krijgt van Angela Merkel en de Nederlandse premier Mark Rutte.
Het Duitse weekblad Die Weltwoche riep politici vorige week al op tot terughoudendheid. Die doen het namelijk al te graag uitschijnen alsof het europarlement (en daarom de politieke groepering die de grootste wordt in het Europees Parlement) zal beslissen wie de nieuwe voorzitter van de EC wordt:
De Europeanen verkiezen noch de Commissie, noch de Raad van Europa. Ze verkiezen het Europees Parlement, wiens bevoegdheden beperkt zijn. Het parlement kan geen eigen kandidaat voor het voorzitterschap van de Commissie benoemen; volgens het Verdrag van Lissabon kiest het de kandidaat voorgesteld door de Europese Raad tot voorzitter, waarbij de Raad ‘rekening moet houden’ met de uitslag van de Europese verkiezingen. De Raad behoudt dus het recht om een eigen kandidaat naar voren te schuiven.'
Noch Juncker, noch Schulz kunnen rechtstreeks tot voorzitter van de EC worden verkozen. Indien er iemand het Europese volk bij de neus neemt zijn het de meerderheidspartijen, die de term ‘spitzenkandidaat’ hebben uitgevonden om de campagne meer kleur te geven...
Of dat laatste is gelukt, betwijfelt Rik Van Cauwelaert in De Tijd: 'Het georkestreerde duel tussen de Duitse socialist Martin Schulz en de Luxemburgse christendemocraat Jean-Claude Juncker voor het voorzitterschap van de Europese Commissie spreekt allerminst tot de verbeelding. Want uiteindelijk is het toch de raad van staatshoofden en regeringsleiders die beslist wie de voorzitter van de Europese Commissie wordt.'
De ganse stembusgang wordt dus een klucht, besluit de Nederlandse auteur Leon de Winter in De Dagelijkse Standaard. En daar is een goede reden voor:
De vervulling van de droom van de federalisering van Europa kan slechts op ondemocratische manier tot stand gebracht worden. En het kan daarna alleen in leven blijven wanneer de leidende elites zich aan democratische processen blijven onttrekken. Want het hele bouwwerk van de EU kent geen legitimatie door de burgers van het Europese continent. Dus hebben we bananenverkiezingen. (...) Wat moeten we doen? Ons blijven afkeren van die kermis, of de kandidaten vragen om het enige dat echt van belang is: een bindend referendum? De gang naar de stembus was ooit een kostbaar en heilig verschijnsel. Nu is het een klucht.'





