Op 14 mei 2014 kwam er een abrupt einde aan Bengtsson’s korte lidmaatschap van de wetenschappelijke Adviesraad van de klimaatkritische 'Global Warming Policy Foundation' (GWPF), waarvan hij nog geen twee weken eerder lid was geworden. In zijn afscheidsbrief maakt hij gewag van de enorme druk van de collega’s met wie hij zijn hele actieve leven goed had kunnen samenwerken.
Lennart Bengtsson is professor en directeur van het 'European Center for Medium Range Weather Forecasts' in het Engelse Reading, dat de KNMI's in achttien Europese landen ondersteunt met computermodellen. Hij nam vorig jaar afscheid als hoofd van de sectie aardwetenschappen van het 'Space Science Institute' (ISSI) in Bern. Hij had zich onlangs gedistantieerd van klimaatcatastrofescenario's van het VN–klimaatpanel (IPCC). Bengtsson stond voorheen niet bekend als een klimaatscepticus.
Gezondheid en veiligheid
Hij schreef de volgende brief aan de voorzitter van de Adviesraad waarin hij zijn aftreden aankondigde (de originele brief kunt u onderaan dit artikel lezen):
Opzegging lidmaatschap van de Adviesraad van de GWPF
Op 2 mei schreef ik al op 'De Dagelijkse Standaard' (DDS): ‘Bengtsson is een prominent klimatoloog. Hij is bovendien een Zweed en Zweden is een politiek uiterst correct land. Mensen die in die samenleving van de norm afwijken krijgen het vaak moeilijk. Soms is zelfs sociale uitsluiting hun deel.’ Wat ik toen vreesde, is dus uitgekomen, zij het dat de afwijzende reacties, voor zover mij bekend, niet kwamen van zijn landgenoten, maar van een aantal van zijn buitenlandse collega's.
De stand van de klimaatwetenschap
Bengtsson is dus geëxcommuniceerd door zijn collega’s vanwege zijn opvattingen over het klimaat. Zijn deze dan zo onwetenschappelijk? Hieronder volgt een overzicht van enkele van zijn opvattingen, zodat de lezer zelf kan oordelen. Ze zijn deels ontleend aan een interview van Simon Rozendaal met Lennart Bengtsson dat reeds in 1990 in Elsevier werd gepubliceerd, maar dat nog steeds verrassend actueel is. Dit bewijst dat de opinies van Bengtsson niet radicaal zijn veranderd over die 24 jaar. Tot voor niet erg lang geleden vormde dat dus geen enkel inhoudelijk probleem voor de collega-klimatologen die zich nu plots ferm afzetten tegen hem.
'Het is een feit dat de aarde langzaam warmer wordt, net als de langzame stijging van de zeespiegel met ongeveer 3 mm. per jaar. Sinds het eind van de 19e eeuw is de temperatuur slechts met ongeveer 0,8 graden gestegen, ondanks een substantiële toename van broeikasgassen. De temperatuurstijging vertoonde een onregelmatig verloop, met onder meer een periode met onbeduidende opwarming gedurende de laatste 16 jaar. Gedurende deze periode heeft er ook geen opwarming plaatsgevonden van het oppervlaktewater van de oceanen'.
'De lange–termijn klimaatgevoeligheid (de temperatuurstijging bij een verdubbeling van de concentratie CO2 in de atmosfeer) kan vanwege de tekortkomingen van de huidige klimaatmodellen niet op bevredigende wijze worden bepaald, maar op grond van de waarnemingen blijkt deze substantieel lager te zijn dan de waarde van tot wel 4 graden die we vaak in de media tegenkomen'.
'Het afkoelend effect van wolken is vijf keer zo sterk als de temperatuurstijging door een verdubbeling van het CO2–gehalte in de atmosfeer.' Er is nog een versterking van deze terugkoppeling: 'Als het warmer wordt, worden wolken witter waardoor ze nog meer zonnestraling weerkaatsen.'
Er zouden zich meer en meer extreme weersverschijnselen voordoen in de wereld, zo horen we regelmatig via de reguliere media. Bengtsson plaatst hierbij vraagtekens: 'De extreme weerverschijnselen, waarover vrijwel dagelijks in de media wordt bericht, zijn ook niet erger geworden, hetgeen overtuigend kan worden aangetoond met statistieken van tropische en niet–tropische stormen, tornado's en verschillende lokale overstromingsrampen.’
'De extreme weersomstandigheden zijn op zichzelf zeer ernstig en veroorzaken toenemende schade en kosten. Maar dit kan niet worden toegeschreven aan een weersverslechtering, maar aan het feit dat zij grotere bevolkingsgroepen en een uitgebreidere infrastructuur treffen.'
'Ook zijn er geen aanwijzingen van zogenaamde kantelpunten, dat wil zeggen dat het weer zich plotseling anders zou gaan gedragen. Extreme weersomstandigheden, zoals de recente winterkou in delen van de VS en Canada, de aanhoudende regenval in Engeland en het milde weer in Zweden, zijn normale verschijnselen en onderdeel van het klimaat op aarde.'
De klimaatdeskundigen
Bengtsson meent dat klimaatdeskundigen zich niet geleerder moeten voordoen dan ze zijn. 'Er is bij het broeikaseffect een wisselwerking tussen de media, de politiek en de wetenschap. Elke partij vuurt de andere aan. De wetenschap staat onder druk, omdat iedereen een advies van ons wil. Wij mogen echter niet de indruk wekken dat de catastrofe aanstaande is. Het broeikaseffect is een probleem waarmee we nog honderden jaren zullen worden geconfronteerd. De klimaatdeskundigen moeten de moed hebben om te zeggen dat we het nog niet zeker weten. Wat is er verkeerd aan dat luid en duidelijk te zeggen?'
'Velen van ons voelen zich uiterst ongemakkelijk met wat er allemaal over het broeikaseffect wordt beweerd. Het is al dertig jaar bekend. Niemand had het er over omdat de temperatuur de afgelopen dertig jaar lichtelijk is gedaald. Pas nadat in de warme zomer van 1988 Jim Hansen van de NASA het onderwerp weer oppikte, is het op de politieke agenda gekomen. Daar is niets op tegen. Als je een paar honderd jaar vooruit kijkt zou het broeikaseffect best een ernstig probleem kunnen worden. Sommige maatregelen zijn ronduit verstandig: energie besparen en minder afhankelijk worden van olie, dat zijn goede zaken. Maar men mag het broeikaseffect niet oversellen. Er zijn talloze vervuilingsproblemen die urgenter zijn, zoals het probleem van de zwaveldioxide in Oost-Europa.'
'Er is, naar mijn mening, een ongelukkige tendens tot overdrijving, niet alleen in de media, maar ook bij een aantal vertegenwoordigers van het IPCC. Deze manifesteerde zich ook weer bij de presentatie van het laatste rapport. Men blaast weerverschijnselen op en creëert daarmee een sfeer van opwinding onder het publiek om steun te mobiliseren om drastische maatregelen te nemen ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.'
– – –
Hans H.J. Labohm is een onafhankelijk econoom en in Nederlands bekend klimaatscepticus. Hij schrijft regelmatig voor 'De Dagelijkse Standaard' (DDS).
De hier gepubliceerde tekst is voor het grootste gedeelte samengesteld uit teksten die eerder verschenen op DDS. Zie hier en hier.
Deze tekst verscheen eerst op De Bron
Bron : Express.be / Hans H.J.Labohm / 'De Dagelijkse Standaard'/De Bron .
Persoonlijk heb ik bedenkingen over de inhoud van dit artikel. Tussen theorie en praktijk er soms een zeer groot verschil merkbaar is. Maar laat de lezer zelf oordelen.
Luc Schrijvers