Het aantal cyberaanvallen tegen Amerikaanse organisaties is de voorbije drie jaar verdubbeld, wat heeft geleid tot zware economische verliezen. Dat is de conclusie van een onderzoek van het Ponenom Institute en het bedrijf Hewlett-Packard. De meeste aanvallen konden volgens de onderzoekers worden teruggebracht tot virussen, denial-of-service aanvallen, gestolen of gegijzelde apparaten en malafide insiders. De financiële verliezen door de cyberaanvallen zouden over een periode van drie jaar met nagenoeg 40 procent zijn toegenomen. Informatiediefstal vertegenwoordigde 44 procent van de verliezen, terwijl het verlies aan productiviteit 30 procent van de kosten uitmaakte.
“Op dit ogenblik worden gemiddeld 102 succesvolle aanvallen per week geregistreerd,” merken de onderzoekers op. “Twee jaar geleden werden 50 aanvallen per week opgetekend, maar ook vorig jaar al was dat aantal tot 72 incidenten gestegen. Bedrijven die het slachtoffer bleken geworden te zijn van succesvolle cyberaanvallen, maakten gewag van gemiddeld verlies van 8,9 miljoen dollar. Dat betekent een stijging met 6 procent tegenover vorig jaar en 38 procent tegenover twee jaar geleden. Bedrijven spenderen grote bedragen aan tijd, geld en energie om op cyberaanvallen te reageren. De kosten van die inspanningen zullen niet langer houdbaar blijven.”
Gemiddeld duurde het volgens de onderzoekers vierentwintig dagen om de problemen van een cyberaanval op te lossen. In een aantal gevallen bleken de moeilijkheden echter tot vijftig dagen aan te slepen. “Niet alleen de frequentie van de aanvallen moet zorgen baren, maar ook de gesofisticeerdheid van de malafide operaties,” merkt Larry Ponemon, voorzitter van het Ponemon Institute, op. “Sommige aanvallen worden met een chirurgische verfijndheid uitgevoerd en zijn bijzonder moeilijk te identificeren. Bovendien blijken ze na de ontdekking ook vaak moeilijk te bestrijden te zijn.”
Bron : (MH) / Express.be