Prostitutie in Vlaanderen: nood aan gerichte hulpverlening
ANTWERPEN - Bijna de helft van de prostituees in Vlaanderen staat wel eens orale seks toe zonder condoom. Meestal op vraag van de klant. Ze zijn te weinig op de hoogte van de risico's.
Van onze redactrice
Over het oudste beroep ter wereld bestaan veel vooroordelen, maar weinig wetenschappelijk onderzoek. In opdracht van de Vlaamse Gemeenschap heeft de onderzoeksgroep Medische Sociologie en Gezondheidsbeleid van de Universiteit Antwerpen, onder leiding van professor Guido Van Hal, een onderzoek gevoerd naar preventie bij ‘sekswerkers' – wetenschappers verkiezen die term boven ‘prostituee'.
Eigen aan het beroep zijn de gezondheidsrisico's, met op de eerste plaats seksueel overdraagbare infecties (SOI's). Eén op de drie van de 273 ondervraagde prostituees geeft toe ooit – mogelijk ook voor ze in het beroep stapten – een SOI te hebben gehad. Chlamydia, een bacteriële infectie die tot onvruchtbaarheid kan leiden, is de meest voorkomende.
Toch vrijen prostituees meer dan eens onveilig. 6,2 procent geeft toe dat ze het afgelopen jaar onveilige vaginale of anale seks heeft gehad. De helft van de prostituees in Vlaanderen doet wel eens aan orale seks zonder condoom.
Meestal zijn het de klanten die daarop aandringen. ‘Bijna alle sekswerkers (92,2%) gaven aan dat ze de laatste drie maanden werden geconfronteerd met een vraag naar onveilige seks', zegt onderzoekster Charlotte Gryseels. ‘Zij leggen dan vaak zelf uit wat de risico's zijn. Als ze blijven aandringen, is het voor prostituees ook een belangrijke reden om te weigeren.'
De Vlaamse overheid wil haar preventie- en hulpverleningsaanbod doelgerichter maken en bestelde daarom het onderzoek. De sekswerkers – overwegend vrouwen, maar ook 11 mannen – werden anoniem bevraagd over hulpverlening, hun kennis en toepassing van veilig vrijen, gebruik van anticonceptie en hun ervaringen met SOI's.
Twee vzw's in Vlaanderen, Ghapro en Pasop, bieden hen gratis en anoniem medische en sociale hulp aan. De hulpverleners gaan ook 's nachts de bars en clubs af om de drempel zo laag mogelijk te maken. In 2010 bereikten ze 2.000 vrouwen en mannen.
Hoe groot de prostitutiesector in Vlaanderen precies is, is niet bekend. Sekswerkers hebben geen sociaal statuut. Sommige studies gaan uit van 30.000 Belgische prostituees, maar volgens de onderzoeksters is dat aantal uit de lucht gegrepen. ‘Er is heel veel verborgen en verdoken prostitutie zodat de omvang moeilijk in te schatten is', aldus onderzoekster Karolien van Nunen.
De helft van de ondervraagde prostituees maakt gebruik van die gespecialiseerde hulpverlening van Ghapro en Pasop. De andere helft is een controlegroep uit Limburg en Vlaams-Brabant waar de vzw's op dat moment niet actief waren. De respondenten werden gezocht in alle prostitutiesectoren: privéhuizen, ramen, bars, clubs en de escortesector.
Tussen de sekswerkers die in contact staan met Ghapro of Pasop en zij die geen contact hebben met gespecialiseerde hulpverleners, vallen duidelijke verschillen op. ‘Vooral in de kennis over SOI's en hun seksgedrag', zegt Van Nunen. ‘Het condoomgebruik bij orale seks in de eerste groep is bijvoorbeeld beduidend hoger. Meer vrouwen laten zich ook vaker testen op infecties.' (zie tabel)
Door de maatschappelijke stigmatisering van het beroep en de uitzonderlijke werkomstandigheden en uren, vinden prostituees moeilijk de weg naar de reguliere gezondheidszorg. ‘Bijna de helft van de sekswerkers met een vaste huisarts verzwijgt haar beroep', zegt Gryseels. ‘Velen leiden een dubbelleven en ze zijn bang om ontmaskerd te worden.'
Op 18 oktober wordt een studiedag georganiseerd waar het onderzoek wordt voorgesteld.
Over het oudste beroep ter wereld bestaan veel vooroordelen, maar weinig wetenschappelijk onderzoek. In opdracht van de Vlaamse Gemeenschap heeft de onderzoeksgroep Medische Sociologie en Gezondheidsbeleid van de Universiteit Antwerpen, onder leiding van professor Guido Van Hal, een onderzoek gevoerd naar preventie bij ‘sekswerkers' – wetenschappers verkiezen die term boven ‘prostituee'.
Eigen aan het beroep zijn de gezondheidsrisico's, met op de eerste plaats seksueel overdraagbare infecties (SOI's). Eén op de drie van de 273 ondervraagde prostituees geeft toe ooit – mogelijk ook voor ze in het beroep stapten – een SOI te hebben gehad. Chlamydia, een bacteriële infectie die tot onvruchtbaarheid kan leiden, is de meest voorkomende.
Toch vrijen prostituees meer dan eens onveilig. 6,2 procent geeft toe dat ze het afgelopen jaar onveilige vaginale of anale seks heeft gehad. De helft van de prostituees in Vlaanderen doet wel eens aan orale seks zonder condoom.
Meestal zijn het de klanten die daarop aandringen. ‘Bijna alle sekswerkers (92,2%) gaven aan dat ze de laatste drie maanden werden geconfronteerd met een vraag naar onveilige seks', zegt onderzoekster Charlotte Gryseels. ‘Zij leggen dan vaak zelf uit wat de risico's zijn. Als ze blijven aandringen, is het voor prostituees ook een belangrijke reden om te weigeren.'
De Vlaamse overheid wil haar preventie- en hulpverleningsaanbod doelgerichter maken en bestelde daarom het onderzoek. De sekswerkers – overwegend vrouwen, maar ook 11 mannen – werden anoniem bevraagd over hulpverlening, hun kennis en toepassing van veilig vrijen, gebruik van anticonceptie en hun ervaringen met SOI's.
Twee vzw's in Vlaanderen, Ghapro en Pasop, bieden hen gratis en anoniem medische en sociale hulp aan. De hulpverleners gaan ook 's nachts de bars en clubs af om de drempel zo laag mogelijk te maken. In 2010 bereikten ze 2.000 vrouwen en mannen.
Hoe groot de prostitutiesector in Vlaanderen precies is, is niet bekend. Sekswerkers hebben geen sociaal statuut. Sommige studies gaan uit van 30.000 Belgische prostituees, maar volgens de onderzoeksters is dat aantal uit de lucht gegrepen. ‘Er is heel veel verborgen en verdoken prostitutie zodat de omvang moeilijk in te schatten is', aldus onderzoekster Karolien van Nunen.
De helft van de ondervraagde prostituees maakt gebruik van die gespecialiseerde hulpverlening van Ghapro en Pasop. De andere helft is een controlegroep uit Limburg en Vlaams-Brabant waar de vzw's op dat moment niet actief waren. De respondenten werden gezocht in alle prostitutiesectoren: privéhuizen, ramen, bars, clubs en de escortesector.
Tussen de sekswerkers die in contact staan met Ghapro of Pasop en zij die geen contact hebben met gespecialiseerde hulpverleners, vallen duidelijke verschillen op. ‘Vooral in de kennis over SOI's en hun seksgedrag', zegt Van Nunen. ‘Het condoomgebruik bij orale seks in de eerste groep is bijvoorbeeld beduidend hoger. Meer vrouwen laten zich ook vaker testen op infecties.' (zie tabel)
Door de maatschappelijke stigmatisering van het beroep en de uitzonderlijke werkomstandigheden en uren, vinden prostituees moeilijk de weg naar de reguliere gezondheidszorg. ‘Bijna de helft van de sekswerkers met een vaste huisarts verzwijgt haar beroep', zegt Gryseels. ‘Velen leiden een dubbelleven en ze zijn bang om ontmaskerd te worden.'
Op 18 oktober wordt een studiedag georganiseerd waar het onderzoek wordt voorgesteld.
Bron : Eline Bergmans
De Standaard





